De (bank-) spaarhypotheek
Deze hypotheekvorm is nog steeds aanwezig. De afgelopen jaren hebben veel mensen besloten om deze te stoppen, omdat de rentevergoeding gering was bij het verlengen, overstappen of oversluiten van hun hypotheek.
Deze varianten zijn vooral interessant als de rentevergoeding over het spaardeel relatief hoog is.
Het is soms mogelijk om een lopende spaarrekening of verzekering, na verhuizing en verkoop van de huidige woning, te koppelen aan een nieuw leningdeel. Deze heeft veelal een hoge rente.
Voorbeeld:
Je hebt nu 320.000 aan hypotheek. 200.000 banksparen en 120.000 aflossingsvrij. Rente 1,9%. Je hebt overgangsrecht ter grootte van 320.000.
Je nieuwe hypotheek wordt 550.000. Je sluit 230.000 bij. Dit tegen de actuele rente en o.b.v. annuïteiten.
Je kunt dan aanvragen, bij aanvang (uitgaande van 640.000 waarde of meer):
200.000 aflossingsvrij (rente meenemen: 1,9%)
120.000 aflossingsvrij (rente meenemen: 1,9%
200.000 annuïtair (nieuwe rente: 4,8%. 20 jaar vast)
30.000 annuïtair (nieuwe rente: 4,8%, 20 jaar vast)
Na verkoop van je huidige woning en aflossing van de hypotheek valt de bankspaarrekening vrij. Deze koppel je aan leningdeel 3. Hierdoor ontvang je 4,8% spaarrente op de opgebouwde waarde van je bankspaarrekening.
Dit moet een geldverstrekker wel toestaan. Niet iedere geldverstrekker biedt deze aflosvorm nog aan. En daarnaast kan een geldverstrekker ook voordat de huidige woning verkocht wordt het beleid of assortiment aanpassen.
Door de hoge rentevergoeding die je kunt krijgen over je spaartegoed zijn je aflossingslasten relatief laag.
Je moet wel rekening houden met omzettingskosten van de geldverstrekker wanneer je je hypotheekvorm wijzigt. Daarnaast rekenen wij ook aanvullende kosten om deze stap na verkoop administratief te begeleiden.